De voorbije zesendertig jaar ontdekte ik af en toe andere manieren van kijken naar de wereld die haar mooier of lichter verteerbaar maken. En dat komt onze relatie ten goede. Die ways of seeing lagen verborgen in mezelf of de boeken die ik las, in het oog van de storm of net in de verveling. Ik noem ze broodkruimels want ze tonen mij soms de weg terug naar mezelf. In de weken rond mijn verjaardag schrijf ik ze hier uit. Omdat ik ervan overtuigd ben, omdat ik ze niet wil vergeten, en omdat ik graag gelezen word.
(De vorige was ‘u moet het nieuws niet volgen’, die kan je hier lezen.)
3. Meer dank u dan sorry
Maar waarom heb je dat niet gewoon gezegd?
- Dat weet ik niet, sorry
Als jij dat graag wil, dan doen we dat toch gewoon.
- Ja, echt? Oké, sorry
Tuurlijk
- Da’s lief
Da’s gewoon
- Ok sorry
En stop met sorry zeggen
- Ik weet het sorry
Stop!
- Sorry! AAARRRRGHHH sorry
Als je kijkt naar al je sociale interacties, de vrienden, familie, collega’s, de lokale barista... dan zou het doel mogen zijn om meer — maar echt heel veel meer — ‘dank u’ te moeten zeggen dan ‘sorry’. Mensen zeggen te vaak sorry. Vaak zelfs wanneer ze het eigenlijk niet menen. Zoals wanneer Suzanne na negen maanden weer boven water komt. “Nee Suzanne, zelf vind ik het helemaal prima dat ik niet op de gender-borrel-shower-shit kan zijn.” Dus geen sorry.
Ben ik tegen baby’s? Nee. Ben ik voor een doordachte allocatie van mijn tijd, de enige echte valuta van het leven? Absoluut. Ik kan voor mezelf zijn, zonder daarom tegen iemand anders te zijn. Soms is sorry te gemakkelijk, en dat kan eigenlijk niet. Sorry zeggen is moeilijk als je het meent. Als je het meent, voelt een sorry alsof je een lege tube tandpasta bent waar toch nog een restje uitgeduwd wordt, dat er dan ongecontroleerd met een PLOP uitvliegt, naast de borstel. Als het niet zo voelt, zeg het dan misschien maar niet. En als het wel zo voelt, misschien best wel.
Wat jammer is aan de Nederlandse taal — behalve de uitvinding van DT (cfr. de vorige broodkruimel) — is dat wij niet echt een woord hebben voor het Engelse ‘I’m sorry’. Dat zeg je tegen iemand wiens hond net gestorven is. Dat is natuurlijk jouw schuld helemaal niet. Maar je vindt het erg voor de andere. Of wanneer iemand gewoon echt dikke pech heeft of een heel groot verdriet meedraagt en je, als het even kon, liefst een deel slecht karma zou overnemen, of wat tranen dragen. Dan zeg je misschien: wat ontzettend jammer voor jou. Maar jammer, dat woord gebruikt Suzanne ook als antwoord wanneer ik haar uitnodiging afsla, en dat is niet hetzelfde. ‘I’m sorry’ is: ik vind het erg voor jou, niemand verdient dit, ik wou dat ik iets voor je kon doen. En dat is wel mooi.
De ergste sorry is misschien wel de stille. Die spreek je niet meer uit, maar gaat je er wel naar gedragen. ‘Wat maak jij veel lawaai als je stapt, hef je hielen eens op.’ Dat is zo onsympathiek, dat je er stiller van gaat wandelen. En voor je het weet, leef je op kousenvoeten of erger nog op je tippen. Jouw wereld bedekt met eierschalen. ‘Kan je niet gewoon gezellig doen, met al die politieke praat?’ Dat is zo gemeen, dat je er stiller van gaat spreken. En voor je het weet, slik je een mening in of erger nog, vergeet je dat je er eigenlijk een had. En na al die stille sorry’s begin je alvast zo te leven. Verontschuldigend. Zoals de schone schrijfster Ali Smith ooit zei: ‘Self-deprecation is always distasteful’. Met andere woorden; maak jezelf niet kleiner dan je bent. En verontschuldig je nooit voor je bestaan. Als iemand dat wel verwacht, dan is die persoon niet voor jou.
Schone bloes!
- Och, deze vod? T’is een soldeke.
Amai, maar uw niveau is wel wat hoger dan dat van onze groep.
- Maar nee, ik heb geen idee wat ik doe.
Och, hebde gij dat geschreven?
- Goh ja, maar ik maak zo vaak dt-fouten.
Zo mooi ingericht hier!
- Sorry, ’t is hier zo ne mest.
Op een dag, niet lang genoeg geleden, voelde ik plots met overtuiging dat ik liever alleen dan eenzaam was. En dat ik best goed gezelschap was. Door een oververtegenwoordiging van de sociale droom — met 25 vrienden rond een BBQ, met een tra-di-ti-o-ne-le familie onder de kerstboom — die we zien op sociale media, in films en reclame zou je het bijna vergeten, maar: geen gezelschap is te verkiezen boven slechte gezelschap. Of zoals schrijfster en activiste Magaly Rodriguez Garcia zei: “Wie mij vreemd vindt, kan enkel een kennis zijn.” Go Magaly!
Mensen mogen van jou geen sorry maken. Als een relatie vereist dat jij je verontschuldigd voor je bestaan, of erger nog, aan zelfcensuur gaat doen, dan is die relatie jouw tijd niet waard. ‘Doe toch niet zo raar’, ‘Doe niet zo moeilijk’, ‘Doe eens kalm’. Awel, nee. Mensen die je raar, slecht, te veel of onveilig doen voelen, zijn niet voor jou. Zoek mensen waarbij je uitbundig en enthousiast kan zijn, nuchter kan dansen, afspraken mag afzeggen omdat je de wereld akelig vindt, zo hard mag lachen dat er een beetje pipi meekomt, van gedachten kan veranderen, boos mag zijn, sterk mag zijn, jezelf mag zijn. Zo van die mensen die het woord ‘normaal’ super vreemd vinden en die, wanneer jij je eigen fantastische zelf bent, dat gewoon fantastisch vinden, niet bedreigend. En dat ook zeggen. Daar ligt de lat. Dank u.